De afgelopen vijftien jaar zijn massaal wapens geleverd aan regimes in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. De organisatie Campagne tegen Wapenhandel roept middels een petitie de regering op het exportbeleid aan te scherpen.
Op dit moment worden dergelijke wapens ingezet tegen demonstrerende burgers. "De Nederlandse regering heeft de wapenleveranties even stil gelegd, maar het risico is levensgroot dat zodra de demonstraties van de voorpagina's verdwijnen, de wapenhandel gewoon weer wordt hervat", meldt Campagne tegen Wapenhandel (CtW). "Tenzij het wapenexportbeleid verandert."
Op 16 maart debatteert de Tweede Kamer over het door Nederland gevoerde exportbeleid voor wapens. CtW is een petitie begonnen met de oproep aan de regering het wapenexportbeleid nu eindelijk aan te scherpen. "De wapenhandel met regimes die mensenrechten schenden moet stoppen. Het is heel belangrijk dat we nu zo veel mogelijk steun genereren, gezien de crisis in het Midden- Oosten en het komende Kamerdebat Wapenhandel"m aldus CtW.
Volgens onderzoek van CtW heeft Nederland vanaf 1990 voor in totaal een miljard dollar aan vooral tweedehands wapens en materieel geleverd aan de Arabische wereld. Behalve aan Egypte en Bahrein ook aan Marokko, Qatar, Oman, Jordanië en de Verenigde Arabische Emiraten. Het ging om afgeschreven pantserrupsvoertuigen, marinefregatten, F-16-gevechtsvliegtuigen, antitankraketten, radarsystemen en pantserhouwitsers.
De legers van Egypte en Bahrein zouden Nederlandse pantserrupsvoertuigen van het type YPR-765 ingezet hebben tegen de bevolking. De voertuigen zouden zijn herkend op foto's die persbureaus hebben gemaakt tijdens de recente onrust in beide landen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken laat in een reactie weten dat niet duidelijk is of de YPR's op de foto's uit Nederland afkomstig zijn.
De bewuste voertuigen zijn in de jaren '70 ontwikkeld voor de Nederlandse landmacht. Die heeft ze gebruikt in Bosnië, Irak en Afghanistan. Het leger had er oorspronkelijk 1600 in bezit. Verouderde exemplaren werden vervangen en doorverkocht aan andere landen. Egypte en Bahrein kochten er respectievelijk meer dan duizend en een kleine zeventig, zo blijkt uit cijfers van het Zweedse onderzoeksinstituut SIPRI.
De exporten voldeden aan de richtlijn dat bij leveranties aan niet-NAVO-lidstaten toestemming nodig is van Buitenlandse Zaken. Als een land wapens of materieel gebruikt om de eigen bevolking te onderdrukken of voor het schenden van mensenrechten, gaat de verkoop niet door. Egypte en Bahrein werden ten tijde van de verkoop van het materieel beschouwd als stabiele staten. Als trouwe bondgenoten van het Westen waren ze dus ook geschikte kopers.
Woensdag meldde de minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken: tijdens een spoeddebat in de Tweede Kamer over Libië dat tot nader order geen vergunningen worden afgegeven voor de uitvoer van wapens naar dat land. Brussel overlegt momenteel over het instellen van een EU-wapenembargo tegen Libië. Na het opheffen van de VN-wapenembargo tegen Libië in 2005 begonnen Europese wapenfabrikanten snel weer handel te doen met het land.
Het gaat daarbij met name om Italiaanse, Franse en Britse bedrijven, maar ook Nederlandse ondernemingen zijn erbij betrokken. Volgens CtW heeft de Nederlandse overheid in 2008 voor het eerst weer een vergunning verleend voor het leveren van draagbare radars ter waarde van een miljoen euro aan de Libische grenswacht. Een jaar later volgden vergunningen voor reparaties aan onderdelen van transporthelikopters en het testen van Nederlandse nachtzichtapparatuur door het Libische leger.
http://www.ravagedigitaal.org/2011nieuws/februari/25/nws.php
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment