Ontruimen is schending huisrecht.
nn - 04.10.2010 18:09
De politie in Amsterdam begint op zo kort mogelijke termijn aan het
ontruimen van bijna tweehonderd kraakpanden in de hoofdstad. Met deze
spierballentaal kondigde de Amsterdamse driehoek (hoofdofficier van
justitie, burgemeester en korpschef) vorige week de handhaving aan van het
kraakverbod, dat per 1 oktober is ingegaan.
Wat deze gezagsdragers over het hoofd zien, is dat rücksichtslos ontruimen
van kraakpanden het gaat vaak om jarenlange bewoning schending oplevert
van het fundamentele huisrecht van de krakers. Het huisrecht wordt
gegarandeerd door onze Grondwet en door de mensenrechtenverdragen.
Sinds jaar en dag erkent zowel de Hoge Raad als het Europees Hof voor de
Rechten van de Mens (EHRM) dat dit recht niet afhankelijk is van de
rechtmatigheid van het gebruik van de woning. Ofwel: ook krakers genieten
ten volle dit recht.
Ontruiming van kraakpanden maakt een zware inbreuk op dit elementaire
recht. Het EHRM heeft woningverlies de meest extreme vorm van
overheidsinmenging met het recht van 'respect for the home' genoemd.
Daarom moet, vindt het EHRM, zo'n inbreuk aan zware eisen voldoen. Die
zijn evenwel bij de introductie van het kraakverbod niet geformuleerd.
Zelfs niet overwogen.
Ten eerste geldt een proportionaliteitseis. Die komt erop neer dat
beoordeeld moet worden of voor een ontruiming wel een dringende
maatschappelijke noodzaak bestaat. Wordt daaraan met handhaving van het
kraakverbod voldaan?
De noodzaak van het kraakverbod werd in de Tweede Kamer gemotiveerd met de
stelling dat in de krakerswereld verharding zou zijn opgetreden. Zo zouden
boobytraps in gekraakte woningen zijn aangebracht. Feiten ter onderbouwing
konden de indieners van het wetsvoorstel echter niet noemen. Nadien bleek
uit onderzoek van de VU zelfs dat de kraakwereld juist niét verhardde. Ook
is nimmer een kraker vervolgd wegens het aanleggen van boobytraps. Zelfs
het argument dat (in incidentele gevallen) openlijke geweldpleging en
dergelijke door krakers wordt gepleegd, schiet tekort om expliciete
strafbaarstelling van kraken te rechtvaardigen. De strafwet geeft immers
alle ruimte om geweld aan te pakken.
De proportionaliteitseis houdt verder in dat een belangenafweging wordt
gemaakt tussen het eigendomsrecht van de woningbezitter en het huisrecht
van de kraker. De indieners van het kraakverbod hamerden in het parlement
op het eigendomsrecht, waarop geen enkele inbreuk als gevolg van kraken
zou moeten worden gedoogd. Met geen woord repten zij in samenhang hiermee
over het huisrecht, dat nota bene fundamenteler is dan het eigendomsrecht.
Eigendomsrecht komt namelijk in de grondwet niet voor. In het EVRM is dit
slechts in een protocol opgenomen. Nu het voor de strafbaarstelling van
kraken niet is vereist dat de eigenaar de krakers vordert zijn pand te
verlaten, komt ontruiming neer op een verondersteld belang van de
eigenaar. Dat is een veel te magere basis voor een inbreuk op het
huisrecht van krakers door middel van ontruimingen.
Last but not least moet volgens het EHRM juist omdat verlies van de woning
zo'n zware inbreuk op de mensenrechten oplevert het overheidsingrijpen
worden getoetst door een onafhankelijke rechter. Volgens het kraakverbod
is het echter de bedoeling dat politie die toetsing zelf maakt en ontruimt
als zij een schuldvermoeden koestert. Daarbij mag een hulpofficier van
justitie (ook een politieambtenaar) tot binnentreden in woningen
machtigen.
Op grond van deze bevoegdheidstoedeling zouden in Nederland alle
alarmbellen moeten gaan rinkelen. Het EHRM heeft immers zeer recent in de
zaak Sanoma Nederland op de vingers getikt waar onze wet de officier van
justitie aanwijst als degene die verdragsrechtelijke belangenafwegingen
moet maken. Een officier van justitie is niet objectief en niet
onpartijdig, aldus het EHRM. Het moet hier de rechter zijn die de afweging
maakt. Zo'n rechterlijke toetsingsprocedure moet ook nog eens in de wet
zijn geregeld en mag niet achteraf plaatsvinden. Rechterlijke afkeuring
naderhand, als het leed al is geleden, is tenslotte voor de betrokkene
krachteloos.
Tegen deze achtergrond is het hoogst zorgelijk dat de Amsterdamse
politiecommissaris Leen Schaap in Het Parool opmerkt jeukende handen te
hebben om panden leeg te halen. Verdragsrechtelijk gaat Schaap daar als
politieambtenaar helemaal niet over. Zijn baas uiteindelijk de
hoofdofficier van justitie evenmin. Het kraakverbod voorziet echter niet
in rechterlijke toetsing vooraf.
De indieners van de wet erkenden trouwens dat inzet van het strafrecht
(ook) hier een laatste redmiddel is. Eigenaren zouden krakers eerst kunnen
proberen te overreden om een pand te verlaten, of krakers zouden een
aangekondigde strafrechtelijke ontruiming door een kortgedingrechter
kunnen laten toetsen op rechtmatigheid. Naar aanleiding van deze
opmerkingen moet krakers deze ruimte worden gegeven en elke ontruiming
ruim van tevoren worden aangekondigd. Woningkraak is maatschappelijk
werkelijk niet een dusdanig probleem dat dit het meedogenloos op straat
zetten van burgers met inboedel en al rechtvaardigt. Nu de wetgever de
fundamentele rechten van krakers niet erkent, zal de 'driehoek' dit moeten
doen. Zo niet, dan schendt Nederland opnieuw de mensenrechten. Dat is een
blamage, juist voor een land dat internationaal pretendeert de
mensenrechten hoog in het vaandel te hebben staan.
Willem Jebbink, Amsterdam
Jebbink Soeteman advocaten
Het huisrecht wordt gegarandeerd door onze Grondwet
Bron: http://www.krakenpost.nl/archief/Oct/0425.html
Monday, October 4, 2010
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment